De rechtbank in Amsterdam heeft in een kort geding besloten dat HEMA het geld dat bestemd is voor de kosten van internetverkopen, voorlopig niet mag inhouden bij zijn franchisenemers.
Na de schikking in 2016 tussen HEMA en haar franchisenemers over de verdeling van leveranciersbijdragen, was het deze week weer raak. HEMA zou 23 mln. euro terugbetalen, maar besloot later daar ongeveer 5,2 mln. euro van in te houden als bijdrage in de kosten voor online verkopen.
De Belangenclub VAB, van de franchisenemers weigert dit echter, volgens de vereniging zou dit onderwerp eerst worden geëvalueerd, zodat HEMA de kosten kan onderbouwen in samenspraak met de franchisenemers. Tevens zou het bedrag van 5,2 mln. euro veel te hoog zijn volgens de belangenclub.
De rechter stelt de belangenclub in zijn gelijk. De controle op de rekeningen vanuit HEMA was niet mogelijk. De uitspraak van een bodemrechter moet nog volgen in de kwestie over de vergoeding. Ook werd er onlangs bekend gemaakt dat de belangenclub in een tweede rechtszaak tegen HEMA, eist dat zij de franchiseovereenkomsten voor kleine vestigingen verlengen. De Nederlandse keten zou laten weten hebben die contracten te willen beëindigen, omdat HEMA de winkels zelf in eigen beheer zou willen exploiteren. VAB heeft aangegeven dat dit een wraakactie zou zijn voor het aanspannen van de eerste rechtszaak, HEMA ontkent dit.