Franchising beoogt samenwerking. De franchisegever behoort de franchisenemer bij te staan in het bereiken van wederzijdse profijtelijkheid met de exploitatie van de formule. Soms raakt dit uit balans. Wat als de franchisegever de franchisenemer gaat beconcurreren?
In beginsel is het een franchisegever niet toegestaan om de eigen franchisenemers te beconcurreren. Dat is immers in strijd met de gedachte achter de franchisesamenwerking. Concurrentie door de eigen franchisegever is niet altijd even duidelijk.
Concurrentie door de franchisegever kan diverse verschijningsvormen hebben. Voor de hand ligt het vestigen van een filiaal in het marktgebied van de franchisenemer. Ook valt de denken aan het faciliteren van de komst van een ander die concurrerend is. Zo kan de franchisegever een winkelruimte verhuren aan een derde die een concurrent is van de nabijgelegen franchisenemer.
Wat nogal eens voorkomt is dat de franchisegever voorbehoud om als enige een webshop te hebben, terwijl de franchisenemers verplicht zijn de webshop te promoten. Als de franchisenemer niet meedelen in de revenuen, kan ook dit onrechtmatig zijn.
Verder komt het wel voor dat dezelfde franchisegever een tweede formule start die concurrerend is. Het is dan wrang als de franchisegever alle energie in deze tweede formule steekt en daar de fee’s voor gebruikt die de franchisenemers van de eerste formule afdragen. Ook het kernassortiment dat de franchisenemers mede ontwikkeld hebben en welke verkocht is aan de formule, mag de franchisegever niet ook buiten de formule verhandelen. Franchisenemers dienen waakzaam te zijn op concurrentie door de eigen franchisegever en waar nodig te appelleren op het onrecht.
Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Mail dan naar dolphijn@ludwigvandam.nl