Samenwerking vormt een centrale waarde binnen de franchisepraktijk. Een solide en open coöperatie tussen franchisegever en -nemer leidt veelal tot bestendigheid en wederzijds succes. De van nature sterkere positie van de franchisegever kan echter een negatieve invloed hebben op deze samenwerking. Daarom is op 11 februari 2020 het wetsvoorstel ‘Wet franchise’ bij de Tweede Kamer ingediend.
Dit wetsvoorstel beoogt de positie van de franchisenemer te versterken, om evenwichtigere franchiseverhoudingen te creëren. Een betere informatiepositie van de franchisenemer is een van de genoemde versterkingen. Het wetsvoorstel biedt in dat kader een opsomming van onderwerpen waarover de franchisegever de -nemer dient te informeren.
Uiteraard is het aan de franchisegever om de nieuwe regels op een juiste wijze in de franchiseovereenkomst te implementeren en de organisatie daarop in te richten. Dit ontslaat de franchisenemer echter niet van de verplichting om ook zijn verantwoordelijkheid te nemen in de samenwerking. De (kandidaat) franchisenemer zal onder andere de nodige maatregelen moeten treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen en verwachtingen overgaat tot het sluiten van de overeenkomst. Bovendien is voor een goede samenwerking van belang dat de franchisenemer, als zelfstandig ondernemer met de daarbij horende verantwoordelijkheden en risico’s, zich blijft realiseren dat hij gebonden is aan het belang van de franchiseorganisatie. Zijn ondernemingsvrijheid is hierdoor beperkt, maar hiertegenover staan de voordelen vanwege de aansluiting bij een sterk merk en goed georganiseerde franchiseorganisatie. Omwille van de ontwikkeling en versterking van dat merk, wordt van de franchisenemer verlangd dat hij voortdurend noodzakelijkerwijs redelijke investeringen verricht.
Met het oog hierop kan het handig zijn dat franchisenemers van een beproefde franchiseformule bijeenkomen door een vereniging op te richten. Deze vereniging kan hun belangen als franchisenemers in deze formule behartigen en vertegenwoordigen tijdens overleg met de franchisegever. Het is van wezenlijk belang dat deze vertegenwoordigers ook zelf ondernemer zijn bij de betreffende franchiseorganisatie en dat zij de upgrading van de formule hoog in het vaandel hebben staan. Op het moment dat het overleg tussen de vereniging en franchisegever neerkomt op een onderlinge machtsstrijd, zal dat een neerwaarts effect hebben op de ontwikkeling van de formule en daarmee afbreuk doen aan het merk en alle daarbij betrokken partijen.
Of het wetsvoorstel het beoogde doel zal bereiken, zal de toekomst moeten uitwijzen. Wat nu in ieder geval vaststaat, is dat betrokken partijen een serieus te nemen verantwoordelijkheid hebben en elkaars belangen dienen te respecteren. Alle betrokkenen willen graag een goed rendement halen. Daarbij blijft vernieuwing en ontwikkeling noodzakelijk, om de concurrentie een stap voor te zijn. Indien het partijen niet lukt om dit doel voor ogen te houden en hiernaar te handelen, zal wetgeving niet helpen om van franchise een succes te maken.
Als kantoor adviseren wij (onder meer) veel franchiseverenigingen. Uiteraard stellen wij de juridische belangen van onze cliënten voorop, maar dat doen wij op constructieve en verbindende wijze. Het is namelijk van groot belang om de verhoudingen niet onnodig op scherp te stellen en om niet voor iedere centimeter een juridische strijd te voeren. Het lont in het kruidvat steken leidt vaak niet tot het gewenste vuurwerk. Wij prefereren daarom een strategie die op de lange termijn een duurzame relatie tussen franchisegever en -nemer teweegbrengt.
Mocht u tegen vragen aanlopen of nadere informatie wensen, dan bent u van harte welkom om vrijblijvend contact met ons op te nemen. Wij adviseren ook over aanpassingen die binnen organisaties dienen plaats te vinden als gevolg van de nieuwe wetgeving. Dit geldt uiteraard ook voor franchiseverenigingen.