Philippe Vorst, oprichter van New York Pizza, deelt in een interview zijn verhaal en kijk over de opstart van zijn franchiseformule New York Pizza. Zo opende hij in zijn begindagen als ondernemer verschillende vestigingen, zonder direct succesvol resultaat te behalen.
Beginjaren
Afgestudeerd econoom Philippe startte in 1993 met zijn onderneming New York Pizza. Hij merkte al snel dat je het ondernemen in de praktijk moet leren. “Wij zijn dan ook superconservatief als het op cash aankomt, maar daar slapen we beter bij. In mijn beginjaren als ondernemer heb ik heel veel verkeerd gedaan op cashgebied, waardoor ik niet lekker sliep. Dat wilde ik niet weer. We hadden succesvolle restaurants in Amsterdam, maar besloten er tien buiten de stad te openen. Na een tijdje merkten we dat die vestigingen alleen overdag of ’s avonds omzet draaiden, waardoor we de helft van onze inkomsten misliepen.”
“Die zaken bleken een grote fout, waar we jaren voor hebben moeten bloeden. We hebben ze uiteindelijk moeten sluiten en het kostte meer dan 10 tien jaar om de noodleningen terug te betalen aan onze aandeelhouders. Gelukkig bleven we geld verdienen met de pizzabezorging en bleven onze Amsterdamse winkels winstgevend. We stuurden daarom bij en wisten waar de winst te behalen was. We hadden niet goed gekeken hoe en waar we het succes van onze Amsterdamse zaken het beste konden herhalen. Oftewel: als ondernemer moet je geen fouten, maar successen kopiëren.”
New York Pizza
Inmiddels heeft New York Pizza een grote eigen fabriek, een groothandel in pizza-ingrediënten, 220 franchisevestigingen en eigen vestigingen. “We hebben ervoor gekozen om de zaken gerund door franchisenemers zelf voor te financieren, zodat we op de kwaliteit kunnen toezien. Voor de rest regelen de franchisenemers hun eigen financiering. Wij als franchisegever hebben een financieringsarrangement afgesloten bij diverse banken, met onder andere een staatsgarantie. In de winkels zelf investeren we gemiddeld 180.000 euro en we vragen de ondernemers om zelf om 40.000 euro bij te leggen, ze moeten immers zelf ook risico nemen. Voor kosten die boven op die 40.000 euro komen, zoals aanloopkosten en cash om de marketing op te starten, biedt de staat een borgstellingskrediet aan.”
Weinig extra cash
“Als de winkels eenmaal draaien, hebben franchisenemers weinig extra cash nodig. De pizza’s leveren direct geld op, per jaar draait een vestiging gemiddeld zo’n 5 ton omzet. De voorraden zijn laag, dus ook dat vergt weinig kapitaal. Kostenbeheersing is wel belangrijk, om winst te kunnen maken. Een flinke kostenpost voor de franchisers is natuurlijk die van personeel, naast de huur en de franchisefee van 6,5 procent die ze ons betalen.”
“Wij krijgen elk kwartaal de cijfers binnen van al onze franchisenemers. Daar gaan we niet actief op managen: bij problemen zijn wij de eersten die het merken, als leverancier van goederen en diensten aan de vestigingen. Om toezicht op de vestigingen te houden, hebben we een handig digitaal systeem. Daarmee houden we dagelijks alle KPI’s bij, zoals de customer reviews, de online bestellingen en managementinformatie. Dit systeem komt van een softwarebedrijf dat we zelf hebben opgericht en met de rapportages kunnen we heel datagericht werken.”