Mijn favorieten

Er zijn nog geen favoriete franchiseformules geselecteerd

Informatieplicht ook bij een aanpassing van de franchiseovereenkomst

Startende franchisenemers, maar ook franchisenemers die overwegen om hun franchiseovereenkomst te verlengen, moeten weloverwogen deze stap kunnen zetten. In de regel wordt een overeenkomst aangegaan voor meerdere jaren. Het is daarom logisch dat de precontractuele informatieplicht ook geldt in het geval van verlenging. 

Informatieplicht franchisegever

De Wet Franchise heeft op de franchisegever een stevige precontractuele informatieplicht gelegd. De franchisegever moet aan de beoogd franchisenemer alle relevante informatie verstrekken, zodat de beoogd franchisenemer redelijkerwijs een weloverwogen besluit kan nemen over het sluiten van de franchiseovereenkomst. De relevante informatie betreft o.a. de franchiseovereenkomst met alle bijlagen, het conditiestelsel, de overlegstructuur en de financiële positie. Het is nogal wat en daarom is binnen veel formules een zogenaamde PID ontwikkeld, een zoveel mogelijk gestandaardiseerd informatiedocument waarmee, wanneer actueel gehouden, op een werkbare wijze uitvoering kan worden gegeven aan de informatieverplichting.

Verlening van de overeenkomst

De franchisegever neemt in de precontractuele fase een wachttijd in acht. Een overeenkomst niet mag worden gesloten (en uitgevoerd), voordat vier weken zijn verstreken na verstrekking van de laatste relevante informatie aan de beoogd franchisenemer. Die vier weken termijn geldt volgens de wet niet in de situatie dat de franchisegever met franchisenemer een opvolgende franchiseovereenkomst overeenkomt. De vraag komt op, of een franchisegever bij een opvolgende franchiseovereenkomst aan een franchisenemer wel moet voldoen aan de precontractuele informatieplicht.

In de literatuur wordt de vraag verschillend beantwoord. Het argument dat een verlenging van een overeenkomst geen precontractuele fase zou kennen, omdat de wet uitgaat van de term “beoogd franchisenemer” en niet “franchisenemer” is niet overtuigend. De opvolgende franchiseovereenkomst is een nieuwe overeenkomst. Ten opzichte van de nieuwe franchiseovereenkomst is de franchisenemer opnieuw een “beoogd franchisenemer” (voor de verlenging).

Een verlenging van een franchiseovereenkomst leidt tot nieuwe meerjarige verbintenissen voor de franchisenemer. Het ligt voor de hand dat de franchisenemer een verlengingsbesluit neemt op basis van alle relevante informatie voor die verlenging. Er vanuit gaande dat een franchiseformule door de tijd heen ontwikkelt, verandert van kracht, aard en strekking wellicht, zal de relevante informatie die de franchisenemer ontving voorafgaande aan het sluiten van de eerste franchiseovereenkomst niet langer juist en volledig zijn. Zelfs als formuleontwikkelingen stil hebben gestaan, zullen de economische en marktomstandigheden waarschijnlijk zijn gewijzigd. De wereld draait door. Tenslotte is het meestal zo dat ook de opvolgende franchiseovereenkomst zelf wijzigingen bevat ten opzichte van de eerste.

Minder bescherming voor ervaren franchisenemers

De stelling dat de franchisenemer na beëindiging van een franchisecontract voldoende zou weten wat hij heeft en hoe de formule werkt, zodat geen nieuwe precontractuele informatie nodig zou zijn, is een onderschatting van de complexiteit van formuleontwikkeling en van de franchiseovereenkomst. Ook na – en soms om – tussentijdse ontwikkelingen en informatievoorziening – zal een franchisenemer voor verlenging opnieuw moeten besluiten op hij zich bij de actuele stand van zaken opnieuw langjarig aan de franchisegever en de formule zal verbinden. Het risico op lichtvaardigheid verdwijnt dan niet na afloop van een franchiseovereenkomst, maar ontstaat voorafgaande aan een nieuwe.

Dat de wetgever de vier weken standstill-periode heeft uitgesloten voor een verlenging, houdt uitdrukkelijk verband met de wens om een franchiseonderneming in zijn voortzetting op basis van de verlengingsovereenkomst niet te verstoren. Gesteld voor de keuze, heeft de wetgever de franchisenemer met ervaring minder bescherming geboden. Een begrijpelijke keuze. Daaruit valt m.i. niet op te maken dat dus ook geen precontractuele informatie verplicht zou zijn.

Dat een franchisegever verplicht is om ook voorafgaande aan een verlenging precontractuele informatie te verstrekken, betekent niet zonder meer dat deze met een PID kan of moet worden ingevuld. Uiteraard hangt dat af van de PID en van de informatie die nodig is voor de franchisenemer om een weloverwogen besluit te nemen. Simpel gezegd, uitleggen dat de franchisegever X BV heet en zijn hoofdkantoor is gevestigd te Y is wellicht niet relevant. Informatie over de actuele ontwikkelingen in het vestigingsgebied van de franchisenemer wel.

Meer informatie

Wil jij meer informatie? Neem dan contact op met Vakcentrum.

mr. J. Teunissen

×