Mr A.C. van Engel
In de plaats van de VAR kunnen opdrachtgevers en opdrachtnemers een modelovereenkomst afsluiten indien er onzekerheid is of er sprake is van een arbeidsovereenkomst en dus of er een inhoudingsplicht geldt. In de modelovereenkomsten is de relatie tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer zodanig beschreven dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Als beiden gebruik maken van deze overeenkomst en ook werken volgens de voorwaarden zoals die zijn opgenomen in de overeenkomst, zijn zij gevrijwaard van een naheffing van de Belastingdienst. Voor een soepele invoering van de Wet DBA is een transitieplan opgesteld. Dit plan is opgedeeld in verschillende fases. De voorbereidingsfase die in eerste instantie tot 1 april 2016 zou duren maar die nu is verlengd tot 1 mei 2016. Per 1 mei komt dan de VAR definitief te vervallen en start de implementatiefase. Het is de bedoeling dat deze fase loopt tot 1 mei 2017. De Belastingdienst zal tijdens deze periode terughoudend zijn bij de handhaving van de nieuwe regels en dient ondersteuning te bieden bij de invoering van de nieuwe werkwijze.
Waarom wordt de VAR ook alweer afgeschaft?
In de praktijk is gebleken dat er vrijwel geen controle en handhaving was van de VAR’s . Voor opdrachtgevers was de VAR een vrijbrief om geen loon te betalen. Het kabinet wil de balans tussen de verantwoordelijkheden van de opdrachtgever en de opdrachtnemer herstellen. Met de juiste VAR is de opdrachtgever gevrijwaard voor een eventuele loonheffing met terugwerkende kracht, ook als blijkt dat de zzp’er eigenlijk als werknemer heeft gewerkt. Echter, wel teruggevorderd worden de fiscale voordelen die de vermeende zzp’er heeft genoten.
Consequenties voor de franchiseovereenkomst
Franchisenemers die bezitten over een VAR voor 2014, 2015 of 2016, kunnen die nog gebruiken totdat de nieuwe wet- en regelgeving ingaat. De overgangsregeling geldt voor alle franchisenemers die bezitten over een VAR voor 2014 en 2015, zolang zij hetzelfde werk doen onder dezelfde omstandigheden en voorwaarden. Zodra het werk of de omstandigheden of voorwaarden waaronder zij het werk verrichten verandert, moeten zij een nieuwe VAR aanvragen. Dit kan nog tot 1 mei 2016.
Franchisegevers en franchisenemers kunnen zowel hun bestaande als nieuwe franchiseovereenkomsten voorgelegen aan de Belastingdienst ter beoordeling. Dit is geen verplichting maar wel sterk aan te raden. Zeker nu de Belastingdienst gehouden is om tijdens de implementatiefase zich terughoudend op te stellen en daar waar nodig ondersteuning te bieden. Het voordeel voor partijen is dat zij niet hoeven te vrezen dat een bepaling in de franchiseovereenkomst die door de Belastingdienst op een bepaalde manier wordt uitgelegd, direct in hun nadeel zal werken. Er wordt ruimte geboden om zowel de bepaling en/of de werkwijze aan te passen. Het werk dat dan verricht wordt door de franchisenemer, moet dan wel exact volgens de overeenkomst worden uitgevoerd.
Mr. A.C. van Engel – Franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Ga naar vanengel@ludwigvandam.nl
Geef een reactie