Mijn favorieten

Er zijn nog geen favoriete franchiseformules geselecteerd

Per 1 januari 2023 worden ook de laatste artikelen van de Wet franchise volledig van kracht

06 december 2022

Theunis_Meijer_franchise_advocaten

Op 1 januari 2021 is de Wet franchise (gedeeltelijk) van kracht geworden. Niet alle bepalingen uit de wet waren direct geldend. Voor twee artikelen, artikel 7:920 en 7:921, is een overgangsperiode opgenomen. Deze twee artikelen werden voor franchiseovereenkomsten die voor 1 januari 2021 waren getekend pas twee jaar na inwerkingtreding van alle andere bepalingen van kracht. Franchiseovereenkomsten die na 1 januari 2021 werden gesloten moesten al volledig aan de wet voldoen en daarmee dus ook aan 7:920 en 7:921. Dat geldt dus expliciet ook voor bestaande franchiseovereenkomsten die na 1 januari 2021 zijn verlengd.

Artikel 7:920 stelt dat de franchiseovereenkomst in ieder geval een bepaling dient te bevatten waarin is vastgelegd hoe bepaald wordt of er goodwill in de onderneming van de franchisenemer aanwezig is en zo ja, hoe de omvang hiervan wordt bepaald en de wijze waarop de goodwill die aan de franchisenemer kan worden toegerekend aan hem na beëindiging van de franchiseovereenkomst wordt vergoed als de franchisegever de onderneming van de franchisenemer overneemt om zelf voort te zetten of over te dragen aan een andere (nieuwe) franchisenemer. Daarnaast zijn in dit artikel voorwaarden gesteld voor de franchisegever om aanspraak te kunnen maken op een non-concurrentiebepaling. Zo moet het concurrentieverbod op schrift zijn gesteld, zijn beperkt tot concurrerende werkzaamheden, beperkt zijn tot het gebied waarbinnen de franchisenemer de formule heeft geëxploiteerd, mag het de duur van een jaar niet overschrijden en (wellicht de belangrijkste toevoeging) moet het concurrentieverbod onmisbaar zijn om de overgedragen knowhow te beschermen.

In artikel 7:922 is vastgelegd dat elke bepaling in een franchiseovereenkomst die strijdig is met hetgeen in artikel 7:920 is bepaald nietig is. Deze sanctie is volgend dit artikel dus beperkt tot bepalingen die hiermee strijdig zijn en is niet van toepassing op de gehele franchiseovereenkomst.

Artikel 7:921 geeft de franchisenemers een instemmingsrecht voor wijzigingen die een franchisegever wil doorvoeren op grond van een eenzijdig wijzigingsbeding uit de franchiseovereenkomst zonder de franchiseovereenkomst zelf aan te passen. Voor wijzigingen van de franchiseovereenkomst moet de franchisegever immers al akkoord verkrijgen van de franchisenemer. Met de bepalingen uit artikel 7:921 wordt voorkomen dat de franchisenemers met wijzigingen geconfronteerd worden die ingrijpend kunnen zijn voor hun exploitatie maar waarover zij geen zeggenschap hebben. Om te voorkomen dat de franchisegever voor alle (kleine) wijzigingen die nauwelijks effect hebben op de exploitatie van de franchisenemer instemming moet krijgen is in artikel 7:921 vastgelegd dat de franchiseovereenkomst een drempelwaarde bevat voor de effecten en/of investeringen die van de franchisenemer gevraagd worden. Volgens artikel 7:921 moet ofwel de meerderheid van alle franchisenemers of alle franchisenemers die geraakt worden door de voorgenomen wijziging instemmen met wijzigingen die de benoemde drempelwaarde overstijgen.

In lid 2 van het artikel is bepaald dat als de franchiseovereenkomst geen drempelwaarde benoemd alle voorgenomen wijzigingen de instemming van de franchisenemers behoeven. Dat betekent dat alle nieuwe franchiseovereenkomsten een dergelijke drempelwaarde moeten bevatten maar dat bestaande franchiseovereenkomst, al dan niet door middel van een addendum, na 1 januari 2023 moeten voorzien in een drempelwaarde. Deze drempelwaarde is dan uiteraard gelijk aan die genoemd in de al aangepaste franchiseovereenkomsten.

De datum van 1 januari 2023 nadert met rasse schreden. Het kan de moeite lonen om te beoordelen of alle franchiseovereenkomst inmiddels in overeenstemming zijn met de verplichtingen volgend uit de Wet franchise. De verwachting zal zijn dat voor de nieuwe overeenkomsten dit al zo is, maar voor de lopende franchiseovereenkomsten moet deze maand bezien worden of de twee laatste artikelen uit de Wet franchise inmiddels ook zijn afgedekt. Met name het risico van het niet opnemen van een drempelwaarde zoals genoemd in artikel 7:921 kan zeer ongewenste gevolgen hebben voor een franchisegever. Weliswaar kan dit na 1 januari 2023 desgewenst nog gerepareerd worden maar er zal voor franchisenemers dan veel minder aanleiding zijn om nadien akkoord te gaan met ofwel een addendum ofwel inhoudelijke aanpassingen van de franchiseovereenkomst.

Mr. T. Meijer, franchise advocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten
franchise juridisch advies

Wilt u reageren? Ga naar meijer@ludwigvandam.nl

×